Eind vorig jaar zat ik samen met wat vrienden van vrienden en die vrienden om tafel. Eén van de vrienden van die vrienden werkte bij Shell. Het gesprek ging over duurzaamheid. ‘Maar wij zíjn heel duurzaam’, sputterde de jongen. En: ‘Er draait gewoon nog veel op olie, dus dan kan Shell toch niet zomaar verdwijnen?’ Ik luisterde het met een besmuikte glimlach en toch wel enigszins zelfgenoegzaam aan. Shell, duurzaam, hoe dan?
Natuurlijk, te veel machines en voertuigen draaien nog op olie, maar Shell duurzaam?! Het is naar mijn idee een sterk staaltje greenwashing: je stopt je bedrijf in de wasmachine, gooit er wat groene textielverf bij en, ta dá, je bent duurzaam. Leuk geprobeerd, maar wij, consumenten, prikken er echt wel doorheen. Overigens hebben wij consumenten niet altijd zin om daar doorheen te prikken, maar dat is een ander verhaal, voor een andere keer. Als we willen prikken, dan doen we het!